Erkenning van het Oertrauma bij Adoptie

Adoptieverhalen spreken tot de verbeelding. Ze belichten vaak ofwel een schrijnende probleemsituatie, ofwel een geromantiseerd ‘happy end’. Denk maar aan populaire tv-programma’s als Spoorloos en Met Open Armen. Maar wat betekent het nu eigenlijk écht voor de geadopteerde zelf?

Adoptie impliceert dat een kind eerst is afgestaan, oftewel fysiek is afgesneden van zijn natuurlijke wortels. In navolging van psychotherapeut Nancy Verrier (The Primal Wound, 1993) noem ik dit het ‘oertrauma’ van de geadopteerde. Tussen een moeder en haar kind ontstaat reeds in de baarmoeder een intense lichamelijke, emotionele en geestelijke band, die zich gewoonlijk voortzet in de bindingsperiode na de geboorte. Vroegtijdige verbreking van deze natuurlijke band heeft een enorme impact op het kind.

Meervoudig verlies

Maar een geadopteerde is, behalve zijn of haar geboortemoeder, nog veel meer kwijtgeraakt. De geboortevader (of deze nu wel of niet in beeld was; 50 procent van het kind komt voort uit vader). Ook  alle verdere biologische familieleden en – bij interlandelijke adoptie – het eigen land, de taal en de cultuur. Het zijn verlieservaringen die in het onderbewuste van het kind worden opgeslagen. Het jonge, ontwortelde kind is op zichzelf aangewezen en heeft slechts één ding te doen: overleven. Met bewondering moet worden vastgesteld hoe goed de meeste geadopteerden daarin slagen! Ze wenden al hun flexibiliteit aan om te kunnen opgroeien in een ander familiesysteem, en dan vaak ook nog in een ander land en een andere cultuur.

Bijzondere kwaliteiten

Flexibiliteit, aanpassingsvermogen is een kwaliteit waarover vrijwel alle geadopteerden beschikken. Drie jaar geleden heb ik onderzoek verricht naar ervaringen van volwassenen die als kind werden geadopteerd. Sindsdien heb ik meerdere geadopteerden, van jong tot oud, als psychodynamisch therapeut mogen begeleiden. Daarnaast put ik uit eigen ervaring als adoptiemoeder van een dochter en een zoon uit Taiwan.
Wat ik vaak tegenkom bij geadopteerden, is hun grote zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Ze voelen zich zeer verantwoordelijk en werken hard, ze vertrouwen sterk op hun intuïtie en ze hebben een groot inlevingsvermogen. Net als flexibiliteit zijn dit kwaliteiten die als overlevingsfunctie lijken te zijn ontwikkeld: de afgestane baby moest wel voor zichzelf vechten én een gevoelige antenne voor zijn omgeving ontwikkelen, ter vergroting van zijn overlevingskansen.
Op latere leeftijd vormen deze bijzondere kwaliteiten een ‘gouden kans’ om iets geheel eigens neer te zetten in de wereld. Maar voor het zo ver is, moet meestal nog wel worden gedeald met het pijnlijke stuk van het oertrauma.

Overlevingsstrategieën

Het trauma van verlies en ontworteling behelst een zeer scherpe pijn van gemis en verdriet, intense verlatenheid en alleen-zijn. Voor de meeste geadopteerden is dit trauma te groot om zomaar te kunnen toelaten. Dus beschermen ze zichzelf met onbewust gevormde overtuigingen en gedragingen die voorkomen dat de traumatische pijn wordt gevoeld. Een voorbeeld hiervan is mentale ontkenning, geuit als desinteresse in de eigen herkomst. Andere overlevingsstrategieën zijn bijvoorbeeld: zichzelf wegcijferen ten opzichte van anderen (pleasen) of juist ongeremde woede naar adoptieouders of buitenwereld (acting out). In beide gevallen is de onderliggende functie het verkrijgen van controle, ter voorkoming dat men nogmaals wordt afgewezen.
De angst voor afwijzing en kritiek is het meest basaal, en wordt breed herkend. Zelfs als sprake is van veilige hechting, positief zelfbeeld en open communicatie over adoptie, hebben geadopteerden toch meer dan gemiddeld behoefte aan bevestiging, veiligheid, zekerheid en controle.

Erkenning en verbinding

De strategieën zijn zeer effectief, maar het langdurig onderdrukken van verdriet, angst en boosheid kan leiden tot psychische en/of lichamelijke klachten. Denk hierbij aan depressie, burn-out, stress, dwangneurose, eczeem, buikpijn, migraine, et cetera.
Nodig is de volledige erkenning van het oertrauma en het opnieuw integreren van de biologische en culturele wortels in hun leven. Deskundige therapeutische begeleiding kan geadopteerden helpen om de traumatische pijn te verwerken en zich opnieuw te verbinden met hun herkomst, waardoor zij zich innerlijk weer compleet gaan voelen.

Dr. Elisabeth van der Wardt       www.merevaik.nl